Bij veel mensen is het nooit nu. “Morgen ga ik starten om mijn doelen te bereiken. Morgen ga ik gezonder eten. Morgen ga ik beginnen met meer trainen. Morgen ga ik meer rust nemen en beter voor mezelf zorgen.”
Maar morgen is altijd morgen. Het ligt altijd net één dag te ver weg, en daarom gebeurt het nooit. Morgen speelt zich alleen in je hoofd af, maar bestaat niet echt in de realiteit.
Wat er eigenlijk gebeurt, is dat je brein een escapekaart trekt om vandaag niet in actie te hoeven komen. Als je heel eerlijk bent, wil je vaak niet meer bewegen, wil je vaak niet gezonder eten, en wil je vaak niet rustiger aan doen.
“Druk doen voelt vaak gewoon lekker. Als mens willen we nu eenmaal goed bezig lijken, en druk zijn geeft dat gevoel.”
Pas als je opmerkt dat je eigenlijk iets niet wilt en daar eerlijk over bent, kun je besluiten om dat op te geven. Eerlijk zijn over je weerstand en besluiten om het toch te doen, geeft je veel meer kracht dan jezelf voorliegen. Als je bijvoorbeeld eerlijk toegeeft dat je eigenlijk geen zin hebt om te bewegen, kun je vervolgens alsnog besluiten om het te doen.
Een afspraak met jezelf maken geeft duidelijkheid. Je weet dat je hoofd allerlei redenen en excuses verzint om iets niet te doen. Maar door dit vooraf te erkennen, word je minder gevoelig voor die excuses. Je kunt dan besluiten om actie te ondernemen, ook al wil je het eigenlijk niet.
De kracht ligt in het maken van een keuze. Kiezen geeft kracht, omdat je tijdens het kiezen letterlijk iets moet doen: je besluit iets, en je komt in actie. Hopen, wensen en willen nemen juist kracht weg. Ze verlammen je en zorgen voor excuses die je steeds verder naar “morgen” schuiven.
Herkenbaar? Het is logisch, want iedereen heeft hier last van.
Wanneer je iets moet doen wat je eigenlijk niet wilt of wat buiten je comfortzone ligt, voelt het veiliger om het verder weg te plannen. Hoe verder de actie weg ligt, hoe minder concreet je hoofd bezwaren kan maken. Maar als je geconfronteerd wordt met de keuze om nu iets te doen, ontstaat vaak een interne strijd. “Dit kan ik niet, ik heb het te druk,” en allerlei andere excuses gaan de show runnen.
Maak het concreet. Stel dat je wilt afvallen. Een doel als “20 kilo afvallen in 10 maanden” klinkt concreet, maar het blijft een groot en vaag einddoel. Maak het kleiner: “Om 20 kilo in 10 maanden te verliezen, moet ik 1 kilo per maand afvallen, en dus 0,5 kilo per week.”
De vraag wordt dan: Wat moet ik concreet doen om een halve kilo per week af te vallen? Dit dwingt je om specifieker na te denken. Maar let op: je hoofd wil vaag blijven en komt met algemene ideeën zoals “iedere dag sporten.”
Accepteer dit niet. Word specifieker.
- Wanneer ga je sporten?
- Wat ga je doen?
- Om hoe laat?
- Wanneer plan je dit in?
- Wat moet je regelen?
- Wat is je alternatieve plan als het niet lukt?
Deel je plan met je partner of familie, zodat je jezelf eraan kunt houden. Je kunt dan niet meer zomaar terugkrabbelen.
Wil jij geholpen worden met het concreet maken van je doelen voor 2025? Kom dan naar de Startersdag op 11 januari. Van 12:00 tot 14:00 organiseren we een workshop vanuit het Ownership Program, waarin we je meenemen langs de pijlers gedrag, voeding en training.
Meld je nu aan en ontdek hoe gedrag de sleutel is tot succes. Meer weten over gezond eten en meer bewegen brengt je namelijk niet in actie. Wij helpen je om jouw doel écht te leven.